Het initiële enthousiasme van de Russen over de vrijheid die de perestrojka bracht, en daarmee de behoefte om het jarenlang verzwegen verleden te onderzoeken, lijkt definitief voorbij. De schok van het ineenstorten van het Rode Rijk was voor velen te groot. Wat moesten ze aan met de nieuwverworven vrijheid, waar chaos en maffiapraktijken de overhand kregen? Na de roerige jaren ‘90, waar menig Rus in armoede en onzekerheid over de toekomst leefde, is nu vooral behoefte aan orde en rust. Ouderen willen terugkijken op een verleden waar ze trots op kunnen zijn, en jongeren willen uitkijken naar een toekomst waar ze hun hoop op kunnen vestigen.
De rode ziel toont een wereld vol tegenstrijdigheden. In een zorgvuldig opgebouwd mozaïek van intieme en openhartige portretten van gewone Russen, jong en oud, wisselen trots, pijn en schaamte elkaar af. Nostalgische verhalen over hoe het land onder het communistisch ideaal floreerde, staan lijnrecht tegenover pijnlijke herinneringen aan honger, geweld en verraad en een diepgewortelde angst van burgers om hun vaderland in een negatief daglicht te stellen.
Worstelingen met het verleden vormen een schril contrast met het heldhaftige beeld van een land vol overwinnaars dat wordt uitgedragen door de huidige staat. Niet zelden blijken deze paradoxale zienswijzen zich genesteld te hebben in één persoon. Jessica Gorter probeert vanuit dit complexe perspectief geen moreel standpunt in te nemen, maar zoekt juist de verbanden tussen angsten en wreedheden enerzijds en trots en idealen anderzijds. Gaandeweg ontvouwt zich een beeld van mensen in een land in verwarring, waar men de jeugd houvast lijkt te willen bieden met de lezing dat trots belangrijker is dan herinnering.